Uitgaan.
Een van mijn favoriete bezigheden op de zaterdag avond. Als het mag van mijn lichaam.
Normaal gesproken peil ik even hoe het gaat, en pas daar mijn planning op aan.
1 keer per jaar pak ik dat heel anders aan, dat mag van mijzelf. En moet van mijn carnavals hartje.
Dat al een paar weken vrolijk klopt als de gedachten aan carnaval even door mijn hoofd schiet.
Een avond dat iedereen verkleed is, en bezopen. En ik een keer niet raar aangekeken word als ik gestruikeld ben over mijn eigen voeten, of niet uit mijn woorden kan komen.
Het word allemaal aan de drank verweten, die rijkelijk vloeit en hard over de bar mijn kant op komt.
Ik vind het prima, en geniet.
Carnaval, een grote poppenkast.
Feesten, lol maken, sarcastisch zijn, mensen uitlachen, drank morsen, met bier gooien, met klotsende oksels in de polonaise en hossen op de hoempapa van een rijk arrangementen voor blaaskapellen.
Vals meezingen, in iemands oren blèren, en ongegeneerd mannen versieren, want met carnaval is iedereen vrijgezel. De avond dat je er elke x weer je best doet om er goed uit te zien en jezelf niet meer herkent als je thuis komt. De avond dat iemand in een kippen pak sexy is en bijtjes hommels worden. De avond dat niemand de BOB is, je vader je broer kan zijn, en dat Brabantse nachten ineens een stuk langer blijken te zijn.
Juist carnaval. De avond dat alles kan en mag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten